vrijdag 20 januari 2012

Fietsen door Zuid-Noorwegen


Fietsen in Noorwegen betekent veel natuur, rustige weggetjes, eindeloze bossen en fiks klimmen. Maar ook frambozen eten van de struik, zwemmen in het fjord en broodjes bakken boven een kampvuur.

Deze tocht maakt een rondje door het zuiden van Noorwegen. Het eerste deel volgt de Noordzeeroute. Je fietst door, het voor Noorse begrippen, drukke kustgebied. Hier vind je veel kleine dorpjes met uitspanningen, strandjes en zomerhuisjes. De witte dorpjes, met houten huizen zijn ook voor de Noren zelf een geliefd vakantieoord, vandaar de drukte. Het landschap is een afwisseling van eilanden, water en korte pittige hellingen. Na een paar dagen langs de kust gaat de tocht het binnenland in en wordt het direct ruiger. De hellingen worden langer, de bergen hoger en de cafés schaarser. Via het Setesdal gaat het zoveel mogelijk over kleine weggetjes naar het noorden. Vanuit het Setesdal moet je een bergpas over, die je in Dalen brengt. In dit dorp begint het Telemarkkanaal. Met de fiets op de boot wordt in een dag een lang stuk door de bergen vermeden. Zo kun je een dagje vanaf het dek van de bergen en meren genieten. Vanaf Lunde kun je redelijk makkelijk weer terugkeren bij het beginpunt.
Langs de kust zijn vrij veel campings. In het binnenland is de keus minder groot. Als de dagafstanden niet zo groot zijn is het nodig om af en toe wild te kamperen en of een hotel of berghut te bezoeken.


Dag 1 Krägerø - Risør (41 km)
De fietstocht start in Krägerø. Een klein dorpje aan de kust zo'n 150 kilometer ten zuidenwesten van Oslo. De auto kan (tegen een kleine vergoeding) op de camping staan (Lovisenberg Familiecamping). Het is een grote camping met veel vaste staanplaatsen, maar ook met een natuurlijk zwembad in de rotsen en een klein zandstrandje. Het is er behoorlijk druk zo midden in de zomer. Krägerø bestaat uit houten huisjes en smalle straatjes en een plein met een fontein. Zeker als het mooi weer is, is het een levendig dorpje met veel winkels. We volgen fietsroute 1 (noordzeeroute) die staat aangegeven. Van Krägerø varen we met de “Jesper” naar Stabbestad. Vanaf de aanlegsteiger meteen een pittige helling en daarna blijft het op en neer gaan. Langs meertjes en rotsen en frambozen in de berm. Bij Øysang vaart een klein houtenbootje naar Risør. Risør bestaat uit allemaal witte huisjes rond een druk haventje. Eens per jaar wordt hier het trebåtfestival gehouden, met allemaal houten bootjes. Als wij er zijn is dat net aan de gang. Het is nog 10 km naar de dichtstbijzijnde camping over een drukkere weg. De camping staat vol caravans maar heeft ook een strandje (Moen Camping (www.moen-camping.no).

Dag 2 Risør – Arendal (56 km)
We rijden niet over de 1, omdat we dan terug moeten fietsen, maar kiezen een route ongeveer evenwijdig aan de E18. De hellingen zijn wat langer dan gister. Een klein stukje over de drukke E18 zelf, maar dat gaat vrijwel allemaal naar beneden. Tvedestrand is weer zo’n leuk dorpje met witte huisjes en een goede plek voor een koffiestop. De 1 kronkelt behoorlijk en hier en daar snijden we een stuk af om wat sneller op te schieten. De weg gaat eerst door bos en daalt dan weer af tot zeeniveau. We komen langs mooie baaien. Arendal is een wat groter stadje met veel periferie en een mooie hangbrug over het fjord. Over fietspaden langs het water rijden we naar het centrum. In het centrum is een haventje, veel mensen komen hier aan met een bootje van één van de eilanden om even boodschappen in te slaan. Je kunt verse krabben kopen vanaf het water. Iets voorbij Arendal is een camping. De camping bestaat uit een groot veld aan het water. Ook hier weer een strandje en een platvorm in het water met een duikplank. Arendal, Nidelv Brygge og Camping (nidelv.c@online.no)

Dag 3 Arendal – Birkeland (52 km)
Tot Vik rijden we over een fietspad langs een drukke, wel makkelijke weg. Vanaf nu buigt de route af van de mooie maar ook (voor Noorse begrippen) drukke kust en gaan we het binnenland in. De kuststrook is prachtig maar ook veel huisjes overal, er zijn weinig plekken waar je bij het water kunt. Langs een prachtig wit stenen kerkje en rondom een begraafplaats gaan we richting Birkeland. In het achterland liggen meer boerderijen in plaats van zomerhuizen. In de verte doemen de eerste rotsen al op. Als het asfalt ophoudt begint het meteen serieus te klimmen. Hele stukken van 10-15% op een gruisweg zijn pittig om te fietsen. Eenmaal boven wordt de weg een stuk makkelijker, kleine boerderijtjes, blauwe meertjes met pluisbloempjes. In de afdaling naar Birkeland wordt de weg weer asfalt en zoef je heerlijk naar beneden. In Birkeland is geen camping. Vlak voorbij de afslag vragen we aan de eerste boer aan de linkerhand of we op zijn land mogen staan. Hij biedt ons een plekje en een waterslang om ons op te frissen.

Dag 4 Birkeland - Evje (59 km)
Over kleine weggetjes gaat het weer berg op. De hele dag is het fiks klimmen met lange hellingen. Tussendoor een afdaling naar de spoorlijn. Maar dan weer verder omhoog. Iveland ligt bijna bovenaan de klim. Een raar dorp met in het centrum een kerk, school en een parkje aan een meer (een goede pauzeplek). Eén kilometer verderop is een supermarkt en daartussen niets dan bomen. Ook na Iveland stijgt de weg nog. Het laatste stuk gaat over de drukke R9 en is nagenoeg plat. Na een dag vol met klimmen schiet je hier opeens heerlijk op. In Evje zijn meerdere campings. Evje Odden Camping (www.oddencamping.setesdal.com) ligt aan de rivier en heeft zeer nette toilethokken (met een speciaal babybad). Het dorp stelt weinig voor, maar biedt winkels en een fijne toeristeninformatie met goede koffie en het ikeahobbeleland hoort hier ook helemaal thuis. Een fijne plek om een dagje uit te rusten. Wij drinken koffie en Fosse speelt met de houtentrein in de toeisteninormatie.

Dag 5 Rustdag in Evje
Samen met de buren op de camping poffen we aardappels boven het kampvuur en bakken we echte stokbroodjes boven het vuur aan een stok.

Dag 6 Evje – Bygland (47 km)
Vanaf Evje gaan we verder door het Setesdal. We fietsen de hele dag over een klein weggetje langs het meer. Hier en daar zijn strandjes waar je kunt picknicken en als het mooi weer is kunt zwemmen. De camping op onze kaart blijkt niet meer te bestaan. Voor het motel in Bygland moeten we een klein stukje terugrijden langs weg 9 op de andere oever. Een typisch motel in noorse stijl, met kamers met uitzicht op het meer en ’s avonds een groot buffet dat we delen met een grote groep wegwerkers. Naast hotelkamers zijn er ook hutjes. Setesdal Hotell (www.setesdalhotel.no).

Dag 7 Bygland – Rysstad (45 km)
De volgende dag gaan we aan de oostzijde van het meer verder. Vanaf Ose gaan we verder op weg 9. Die wordt steeds minder druk en het is er prima fietsen. Al zijn ze hier wel met wegwerkzaamheden bezig dus het kan in de toekomst anders zijn. De bergen om ons heen worden steeds hoger, het voelt alsof we ons klem fietsen. We zullen straks toch echt een berg over moeten… In Rystad ligt een kleine camping ingeklemd  tussen een motel en de rivier.

Dag 8 Rysstad – Bjørnevasshytte (41 km)
Tot Valle is de weg min of meer vlak, daarna richting Rotemo gaat het licht omhoog. In Rotemo nemen we de afslag richting Dalen (weg 45). De weg gaat meteen flink steil. De eerste 6,5 km hebben een stijgingspercentage van 6 %. Na 6,5 km gaat de weg iets vlakker en blijft stijgen en dalen. De Bjornevasshytte (een berghut van de Noorse bergsportvereniging DNT) ligt vlak langs de weg aan een groot meer. De hut is afgesloten met de DNT-sleutel en alleen toegankelijk voor DNT-leden (lid worden en sleutel lenen kan in Noorwegen bij de toeristeninformaties). Vanuit de hut heb je mooi uitzicht op het meer (bjornevann). Er is geen stromend water maar je kunt je wassen in het (ijskoude) meer.

Dag 9 Bjørnevasshytte – Dalen (42 km)
De hele dag fietsen we over een soort hoogvlakte, al is vlakte geen goede benaming. Het blijft continu stijgen en dalen, langs mooie meertjes. Aan het eind van de dag dan toch de langverwachte afdaling, met haarspelden en in de diepte uitzicht op Dalen en het Fjord. Dalen is het eindpunt van het Telemarkkanaal. In het dorpje staat een prachtig oud houten hotel. Echt ouwe chique met leren fauteuils en krakend parket. Ook als je er niet gaat slapen is het de moeite waard even naar binnen te lopen. Hotel Dalen (www.dehistoriske.com). De camping in Dalen ligt op een eiland in een rivier. Als je ’s avonds een wandeling maakt rond het eiland is de kans groot dat je bevers kunt zien in de rivier. Buøy Camping (www.dalencamping.com).

Dag 10 Dalen – Lunde (2 km)
Deze dag staat het Telemarkkanaal op het programma. In tegenstelling tot de naam heeft het water weinig weg van een kanaal, maar vaar je over weide meren tussen imposante bergen door. De boot stopt onderweg een aantal keren en passeert een aantal met de hand bediende sluizen. De boot past hier precies in. De Henrik Ibsen vaart in de zomer elke dag van Dalen naar Skiën. De tocht tot Lunde duurt ongeveer 5 uur. De fietsen worden door de kapitein zelf met een touw op het dak van de boot gehesen. (www.telemarkskanalen.no)
In Lunde is vlak naast de haven waar de boot aankomt een prettige camping met mooie plekjes aan het water. Op de camping kun je kano’s huren. Telemark Kanalcamping (www.kanalcamping.no)

Dag 11 Lunde – Krägerø (87 km)
Vanaf Lunde fietsen we eerst een klein stukje terug langs het Telemarkkanaal naar Kjelddal. Daar slaan we linksaf richting Drangedal. Een mooi klein weggetje over een fikse heuvel. Steeds is het landschap hier weer een afwisseling van bos, heuvels en meren. Hoe dichter we weer bij de kust komen hoe lager de heuvels. Vanaf Drangedal gaan we verder op weg 38. We maken er een lange tocht van door in één keer door te rijden naar ons eindpunt, hoewel we onderweg nog wel een camping passeren. We steken de E18 over en fietsen door tot de camping bij Krägerø, het beginpunt van de tocht.

Heen- en terugreis
In een rustig tempo reisden we met de auto heen- en terug naar Noorwegen. We transporteerden de fietsen achterop de auto (de fietskar paste achterin). Op de heenweg reden we naar Kiel in Duitsland (ca. 600 km) en namen daar de ferry naar Oslo (www.colorline.com). De korte autoreis en de lange bootoversteek zorgden voor een relaxt begin van de vakantie. De aankomst in Oslo is prachtig als je steeds dieper het Oslofjord binnenvaart. De ferry is van alle gemakken voorzien (speelhoek, zwembad, restaurants en ruime hutten). Op de terugweg reden we via Zweden, Denemarken en Duitsland naar huis. De veerboten (Helsinggor-Helsingborg en Bøjden - Fynshavn) reserveerden we niet van te voren, zodat we vrij waren om terug te gaan wanneer we wilden. Je kunt ook de oversteek van Noord-Denemarken naar Kristiansand (zuidelijkste punt van Noorwegen) maken.


Totaal: 472 km

Tips
  • Informatie over fietsen in Noorwegen vind je op bike-norway.com en www.northsea-cycle.com.
  • In Noorwegen moet je soms door een onverlichte tunnel. Goede fietsverlichting is dus noodzakelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten